Missa in D
Nota
1. Het gesigneerde en gedagtekende handschrift bevat enkel de orkestratie (Orchestratie der hierbij gezongen drijstemmige Mis), met onderaan de volgende bemerking:
Eenige veranderingen zijn van noode in de Harmonie, ten einde die heel en gansch met de orchestratie in verband te brengen. Dit doe ik weldra nog.
PB.
Hieraan werd nog in potlood een latere bemerking aangebracht: De orchestratie van de mis blijft eigendom des componisten. Schott heeft enkel de mis voor orgel en stemmen aangekocht. PB. Antwerpen, 18 april 1890.
2. De orkestratie werd blijkbaar gerealiseerd met het oog op de uitvoering bij de inwijding van de nieuwe neo-gothische St.-Amanduskerk van architect Louis Baekelmans (1835-1871) op 06/12/1874. Een bespreking van deze uitvoering verscheen in Le Guide Musical van 17/12/1874.
3. Op het mooie NAA (partituur en orkestpartijen), in het bezit van de Venerabel Kapel in de Antwerpse Kathedraal, werd een blad dat op de titelbladzijde werd gekleefd getiteld Inventaire de la Messe de P. Benoit en gedateerd op 25/12/1896. Zij vermeldt het volgende: Cette messe a été écrite par l’auteur pour trois voix d’hommes avec accompagnement d’orgue. Ceci est édité par la maison Schott. M. Em. Wambach a fait un arrangement pour orchestre. … Les frais d’achat & copie ont été payés par la chapelle du T.S. Sacrement au moyen d’un don, et d’un autre don de la Société de St. Vincent de Paul à l’occasion de son jubilé de 50 ans d’existence à Anvers en juillet 1896.
Na de titelbladzijde volgt nog de volgende notitie: Cette Messe a été instrumentée et exécutée pour la 1re fois à l’inauguration de l’église St. Amand à Anvers sous la direction de l’auteur en 1874. Première exécution à la Cathédrale d’Anvers, sous la direction de Emile Wambach, le 19 Juillet 1896, à l’occasion du Cinquantenaire de la Société St. Vincent de Paul. S.E. le Cardinal P.L. Goossens assistait Pontificalement à cette Messe. (get.) Emile Wambach, Maître de Chapelle de la Cathédrale d’Anvers.
In deze laatste tekst wordt niet gezegd dat Wambach de orkestrator of bewerker van deze Mis was. Bij vergelijking met het HS blijkt trouwens dat er van enige bewerking helemaal geen sprake is en dat het wel degelijk de orkestratie is van Benoit zelf. Mogelijk heeft de jonge Wambach die immers een leerling van Benoit was, de hele partituur in 1874 onder diens toezicht uitgeschreven. Overigens stond die uitvoering van 1874 ook niet onder leiding van de auteur. In 1896 hebben wellicht enkele Wambach-bewonderaars ten onrechte gemeend dat het om een nieuwe orkestratie ging.
4. Een versie voor gemengd koor (STB) van onbekende hand stond op het repertoire van het koor van de Kathedraal zowel als van dat van de St.-Pauluskerk te Antwerpen.
5. Bij de opening van de Nieuwe Kerk te Ruisbroek op Kerstdag 1896 werd door het zangkoor de Mis van Peter Benoit, met orkest van Paul Gilson uitgevoerd. Gilson-kenner Jacques van Holen schreef ons hierover op 29/03/1999 het volgende: Vermits hier staat Het zangkoor ga ik er van uit dat het eigen parochiaal koor bedoeld is. Dat was destijds een mannenkoor, zodat we dus wellicht mogen stellen dat het hier wel degelijk Benoits Kleine Mis voor gelijke stemmen betreft. Bij gebrek aan partituur is het onmogelijk te zeggen voor welke bezetting Gilson een bewerking maakte: de plaatselijke fanfare? Of een strijkersbezetting die een aantal keren voorkomt in religieuze composities van hem uit die periode (waarvan een aantal ook voor mannenkoor bedoeld zijn)? (LL)