Max Bouvet
Stem: bariton
Geboortejaar: 1854 (La Rochelle (bij Luik))
Sterftejaar: 1943 (Parijs)
Biografie:
Max Bouvet studeert zang aan het Conservatorium van Luik, maar wordt zelfs niet toegelaten tot de concours om een prijs te behalen. Hij maakt zijn operadebuut aan het theater van Luik in 1877, waar hij heel het seizoen blijft. Seizoen 1878-79 zingt hij in Antwerpen, 1879-80 opnieuw in Luik. In 1880 keert hij terug naar Parijs, en werkt hij vier jaar aan het Théâtre des Folies-dramatiques. In 1884 engageert Carvalho hem hij de Opéra Comique, waar hij na een zeer succesvol debuut als Figaro in Rossini’s Barbier jarenlang (1884-89, 1891-98) alle belangrijke baritonpartijen zingt. Hij creëert er volgende rollen (of eerste Franse uitvoering van):
Chabrier: Le Roi malgré lui (18 mei 1887)
Lalo : Le Roi d’Ys (rol Karnac, 7 mei 1888)
Massenet : Esclarmonde (15 mei 1889) ; Werther (1893, een jaar eerder gecreëerd te Wenen); La Navaraise (1895, een jaar eerder te Londen gecreëerd)
Bruneau : Le Rêve (18 juni 1891) ; L’Attaque du Moulin (23 november 1893)
Mascagni : Cavalleria rusticana (1892)
Wagner : Der fliegende Holländer (1897)
Puccini : La Bohème (1898)
Bouvet zet tevens de stap naar het Grand Opéra repetoire: hij zingt rollen in de provincie en in het buitenland, met evenveel succes. Van 1889 tot 1891 zingt hij bijvoorbeeld aan De Munt te Brussel, waar hij mee Salammbo van Reyer creëert (10 februari 1890). Van 1891 tot 1894 zingt hij gastrollen in producties van Franse opera’s aan Covent Garden te Londen. En tussen 1895 en 1910 is hij een vaste waarde aan de opera van Monte Carlo. Bouvet droomt echter van een carrière aan de Parijse Opéra. Ondanks interesse bij de directie, komt dat er niet van. Ontgoocheld verlaat Bouvet Parijs en trekt naar Italië in 1898, waar hij zeer wordt toegejuicht, o.a. aan de Scala te Milaan. Hij krijgt echter heimwee naar Parijs, en wil terug naar de Opéra Comique. Hij kan er enkele voorstellingen zingen, maar omdat er al een cast is aangenomen, kan hij er niet opnieuw vast in dienst. In 1902 wordt hij dan zangdocent en directeur van het nieuwe theater te Pau. In 1907 wordt hij verantwoordelijke voor de opleiding van jonge zangers aan de Opéra Comique, en later tevens docent déclamation lyrique aan het Conservatorium van Parijs. Hij staat wel nog van tijd tot tijd op het podium. Zo zingt hij mee in de eerste Italiaanse uitvoering van Don Carlo te Parijs op 11 juni 1911 in het Théâtre de la Gaîté.
Bibliografie:
Bernheim, Adrien, Trente ans de théâtre, 4de serie, Parijs : Lemerre, 1908, p. 35-39.
Kutsch, K.J. en Leo Riemens, Großes Sängerlexikon, München: Saur, 2003, vol. 1, p. 547-8.
Soper, Richard T., Belgian Opera Houses and Singers, Spartanburg, South Carolina: The Reprint Company, 1999, p. 348-9.
Soubies, Albert, Le Théâtre Italien de 1801 à 1913, Parijs : Fischbacher, 1913, p. 134.
Beeldmateriaal voor Max Bouvet
Beschikt u over dergelijk beeldmateriaal? Contacteer ons dan op bibliotheek.kca@ap.be.
Alvast bedankt.