Het zwemdok van Kamiel
Met de honderdste verjaardag van Benoits geboortedag in het verschiet werd het plan om een gedenkteken op te richten opnieuw opgerakeld. Om praktische, financiële, juridische en stilistische redenen kwam Vloors' ontwerp niet meer in aanmerking. Het Peter Benoit-Fonds en burgemeester Camille Huysmans vonden elkaar in de keuze voor Henry Van de Velde: in zijn jeugd was Benoit een voorbeeld voor de jonge Van de Velde geweest en Huysmans was een goede vriend van de architect. Het was Huysmans die als minister van Schone Kunsten en Onderwijs Van de Velde naar België terughaalde en hem tegen aanvallen uit politieke hoek en in de pers verdedigde: het werd Van de Velde kwalijk genomen dat hij tot 1917 in Duitsland actief was gebleven. Van de Veldes 'tweede Belgische periode' zou bijzonder productief blijken, als docent, artistiek consultant, ontwerper en architect.
december 1932 Henry Van de Velde heeft zijn schaalmodel van het ontwerp klaar. Het wordt gefotografeerd in het kabinet van burgemeester Camille Huysmans. Het ontwerp bestaat uit een groot waterbassin met reminiscenties aan de muziek en aan Benoits oeuvre in het bijzonder, dit alles in een strakke, symmetrische vormgeving. De lier, centraal in het achtergrondtafereel, is van de hand van Oscar Jespers (1887-1970).
15 december 1932 Het Peter Benoit-Fonds belegt in Café des Billards op de Antwerpse Statieplaats een bijeenkomst van 'de vertegenwoordigers van al de maatschappijen van Antwerpen en van omliggende gemeenten', om het eeuwfeest van Benoits geboorte voor te bereiden. Het fonds doet een oproep om lid te worden van het 'Comiteit' dat de feestelijkheden zal organiseren. De oprichting van het gedenkteken wordt in het vooruitzicht gesteld: 'Wij wenschen te Antwerpen een gedenkteeken op te richten aan den Meester, en bij de plechtige onthulling van dit duurzaam blijk onze bewondering en erkentelijkheid een machtige volksbetooging te laten plaats hebben.'
12 juli 1933 Terwijl zowat alle Vlaamse componisten wél op de uitnodiging ingaan, weigert Lodewijk Mortelmans (1868-1952) in een brief aan het Peter Benoit-fonds om deel uit te maken van het herdenkingscomité. Mortelmans, op dat moment directeur van het Koninklijk Vlaams Conservatorium, was nochtans een leerling en een groot bewonderaar van Benoit.
19 september 1933 De secretaris van Van de Velde vraagt in een brief aan Maurits Sabbe de geboorte- en sterfdata van Benoit.
20 september 1933 Van de Velde vraagt per brief aan Maurits Sabbe een chronologische lijst van de werken van Benoit.
2 oktober 1933 Het Peter Benoit-Fonds belegt een algemeene vergadering der volksmaatschappijen in Café des Billards op het Antwerpse Statieplein. Alle verenigingen worden opgeroepen om deel te nemen aan de Peter Benoit-feesten van 1934 en geld op te halen voor het gedenkteken: 'Wat ons vooral aanbelangd [sic], is het zoeken naar geldmiddelen tot het bekostigen van het gedenkteeken. Wij vragen U dan tijdens de feesten, die uwe maatschappij zal inrichten in de eerst volgende maanden, geldomhalingen te willen, of zoo mogelijk feesten te geven, waarvan de opbrengst zal gestort worden ten bate van het monument.'
De meest diverse verenigingen, uit alle geledingen van de maatschappij, gingen op de oproep in. En verenigingen die geen oproepingsbrief hadden gekregen, boden zich spontaan aan. Die zelfde dag schrijft De Nieuwe Gazet: 'Burgemeester Huysmans moge ook al esthetieke bezwaren hebben tegen de kunst en de artistieke persoonlijkheid van Peter Benoit, hij erkent en eert er niet minder om zijn ontzaglijke beteekenis voor de heropwekking van 't Vlaamsche volk en hij heeft dan ook besloten persoonlijk de leiding in handen te nemen van Benoits eeuwfeest, opdat dit feest in alle opzichten zoo waardig weze als tot dusver nog niemand het zich heeft kunnen vóórdromen. Volgens het plan dat hij gedoodverfd heeft, zal dit feest een volle week duren. Een heele week lang, in de maand Augustus 1934, zal Antwerpen in het teeken van Benoit staan. [...] Een bijzonder nummer op het feestprogramma zal ook de inhuldiging van het monument zijn. De bouwmeester Van de Velde is klaar met de maket, die binnenkort publiek tentoongesteld zal worden. Het is een fontein mild-opborrelend en malsch-wegvloeiend als Benoits inspiratie, en de burgemeester is er gerust in, dat zij zelfs in de weidsche lijst van de plaats vóór de Vlaamse Opera een behoorlijk effect zal maken.'10 november 1933 De koning en de koningin verlenen per brief hun hoge bescherming over de oprichting van het gedenkteken.
29 november 1933 Maurits Sabbe, voorzitter van het Peter Benoit-Fonds, schrijft aan de burgemeester dat de maquette klaar is. Hij vraagt om advies van de hoofdingenieur en de hoofdarchitect van de stad en vraagt of de stad financieel kan bijspringen. Sabbe schat de totale kost op 360.000 fr.
8 december 1933 Vergadering van de 'volksmaatschappijen' in Café Cecil. Er zullen intekenlijsten worden uitgedeeld om geld in te zamelen voor het gedenkteken. Het College van Burgemeester en Schepenen aanvaardt dat het monument wordt opgericht ter hoogte van de Koninklijke Vlaamse Opera, nadat eerder ook een locatie aan de ingang van het Stadspark aan de Quellinstraat werd geopperd.
9 december 1933 Het College laat Van de Velde per brief weten dat zijn ontwerp is goedgekeurd en vraagt hem contact te nemen met de hoofdbouwmeester en de hoofdingenieur van de stad.
13 december 1933 Technische besprekingen tussen Van de Velde en technische stadsdiensten i.v.m. de 'bevloeiing' van het waterbekken. De funderingen, de kelder met het pompsysteem en het bevloeiingssysteem zouden door de stadsarchitecten en -ingenieurs worden gerealiseerd. Om het waterverbruik tegen te gaan, zou het water steeds opnieuw door de lier gezogen worden en zou de waterverdamping worden tegengegaan.
18 februari 1934 Het 'Komiteit voor het oprichten van het gedenkteeken Peter Benoit', voorgezeten door Maurits Sabbe, keurt het lastkohier goed dat Van de Velde heeft opgesteld voor het 'leveren en plaatsen van den blauwen hardsteen voor het gedenkteeken Peter Benoit.'
12 maart 1934 Gala-avond in de Koninklijke Vlaamse Opera ten voordele van het Benoit-monument, 'met de belanglooze medewerking van gansch het personeel van de K.V.O.'
26 maart 1934 De gemeenteraad beslist om een aanbesteding uit te schrijven voor de funderingen en de kelder.
17 april 1934 Na een plaatsbezoek beslist Van de Velde om het systeem van de watertoevoer enigszins te wijzigen.
11 augustus 1934 Uitvoering van het oratorium De Oorlog o.l.v. Flor Alpaerts in de Stedelijke Feestzaal op de Meir.
12 augustus 1934 Na de opening om 13u van een grote Benoit-tentoonstelling in de Feestzaal in de Quellinstraat, wordt om 16u, tijdens een regenbui, het monument onthuld. In zijn toespraak zegt Maurits Sabbe, voorzitter van het Benoit-comité: 'De bouwmeester, Henry Van de Velde, wien wij de opvatting van het gedenkteeken te danken hebben, en wien wij hier onze hulde brengen, wist op eenvoudige, sprekende wijze, de gulle gave van Benoit's kunst symbolisch voor te stellen.' Wanneer de Antwerpse vlaggen worden weggenomen, begint het water in het monument te stromen. Burgemeester Huysmans dankt het Benoit-komiteit dat het geld heeft bijeengebracht en belooft: 'Het zal de taak zijn van de stad te waken op dit Benoitmonument dat een onschatbare verrijking is van ons artistiek patrimonium.' Het mannenkoor 'Lasallekring' zingt vanop de trappen van de Opera In memoriam Peter Benoit van Karel Candael en er volgen nog toespraken van Victor Maistriau, minister van Openbaar Onderwijs, en van Frans Van Cauwelaert, minister van Industrie en Landbouw. 's Avonds wordt in de Stedelijke Feestzaal het oratorium De Schelde o.l.v. Georges D'Hoedt uitgevoerd.
13 augustus 1934 De Volksgazet schrijft: 'Zij is er al, de Benoit-animatie! Op vrijdagnamiddag toen het monument van Henry Van de Velde ontbloot werd, is zij definitief begonnen. Het volk van Antwerpen stroomde toe en van dit oogenblik af is het er al een ware begankenis. Welk een indruk maakt het monument van Henry Van de Velde op het volk? Men meent het niet af, men verwacht dat er nog een borstbeeld of zoo iets zal opkomen. Het volk kan de conceptie van Van de Velde niet bij en kan zich moeilijk vereenigen met de idee dat er een Benoit-monument zou zijn zonder Benoit! Is het ook nog op de genegenheid die men te Antwerpen heeft voor de alleszins populaire en dekoratieve figuur, die Benoit was... En hoe is men al bezig met de bevlagging en pallatie van huizen, winkels, magazijnen, drank- en eethuizen! Benoit is overal in de stad. In foto, in houtsnede, in beeld. In alle formaten. Groot, klein, middelmatig. Reusachtig! Plezier is het dat de groote warenhuizen ook mede doen. Het is daar gewoonlijk nogal Fransch. Maar thans heeft men er de werken van Benoit voor liggen in de étalages. Bravo mijne heeren! Het lijkt ons zeker: de Benoit-week wordt een groot sukses.'
Tweede uitvoering van De Oorlog o.l.v. Flor Alpaerts.
14 augustus 1934 Concerten door het Koninklijk Vlaams Conservatorium en door Les Disciples de Grétry uit Luik.
15 augustus 1934 - Opening van het Muziekcongres in het Koninklijk Vlaams Conservatorium. - Uitvoering op de Groenplaats van de Rubenscantate o.l.v. Jozef Berteele. - Uitvoering o.l.v. Jef van Hoof van de Consciencecantate op het Conscienceplein. - Uitvoering o.l.v. Renaat Veremans van Charlotte Corday in het zomerlokaal van de Harmonie.
16 augustus 1934 - Uitvoering op het Arsenaalplein van de kindercantate De wereld in o.l.v. Jan Broeckx. - Symfonisch Benoit-concert door het Groot Orkest van het N.I.R. o.l.v. Désiré Defauw.
17 augustus 1934 Het Sint-Romboutskoor uit Mechelen zingt o.l.v. Jules Van Nuffel werk van Vlaamse polyfonisten.
18 augustus 1934 - Academische zitting in het Koninklijk Vlaams Conservatorium. - Benoit-concert in het zomerlokaal van de Harmonie door het Onpartijdig Verbond der Zangkringen van Antwerpen. - Uitvoering o.l.v. Jef Van Hoof van de Conscience-cantate op het Conscienceplein.
19 augustus 1934 - Zangtornooi - Uitvoering van de Rubenscantate door de Chorale Caecilia o.l.v. Lodewijk De Vocht.
Gedurende de feestelijkheden werden speciale treinen ingelegd en waren er goedkope treintickets verkrijgbaar.
Na de onthulling bleef het monument de gemoederen beroeren. Velen dachten dat het nog niet voltooid was, anderen vonden het té modern. In dit satirische krantenartikel geeft Peter Benoit vanuit het hiernamaals, en niet zonder humor, zijn mening over zijn gedenkteken.
23 augustus 1934 In het blad Ons Land wordt via enkele denkbeeldige Antwerpenaren de draak gestoken met het monument: (...) - 'Mie, wat is dat?' De sigaar-dikke wijsvinger heeft het op de in arduin zwaar uitgehouwen lier gemunt. - 'Speelde de Pier op zoo'n viool!' Water sproetelt gestadig uit de lier. - 'En dat is zeker al het zweet, dat de sukkelaar er heeft bij gelaten!' (...) Een oud ventje, tracht, zooveel het zijn zwakke oogen toelaten, de titels te lezen van Benoits meesterwerken, die in een band, allen achter mekaar zonder scheidingsteekens, over de steenen blokken loopen en hij zegt deze luid op: - 'Lucifer... De oorlog... Rubenscantate...' En ten slotte: - 'De wereld in de Rijn.' Verwonderd kijkt het ventje op, zegt nogmaals, maar nu zeer langzaam.- 'De wereld in de Rijn?' En besluit met een verbolgen: - 'Dat is zeker Hitler, dat dat zou willen.' (...) - 'Als Benoit moest terugkeeren en dat zien?' - 'Wel hij heeft toch gezongen van: Waterke, waterke gieten! " [Uit de kinderkantate: 'De wereld in '] (...) - 'Ik kan niet zeggen of het schoon is, maar nat is het in alle geval.' - 'Hoe nat?' - 'Ah, ja met al dat water! En zeggen dat Benoit liever bier dronk.' (...) - 'Is dees monument voor Peter Benoit of voor zijn vader.' - 'Hoe dat!' - 'Oh, ja, Benoit zijn vader was toch sluismeester. Dus, die had verstand van water.' - 'Ik vind het akelig.' - 'Akelig?' - 'Ja, 't is precies Benoit zijn grafkelder.' (...) Een blozend zwaarlijvig man vervoegt het groepje en valt uit: - ''t Is schandalig. Ik kom ekspres uit Brugge en hier gearriveerd, zie ik dat het monument ngo verre van voleindigd is.' - 'Maar nee, het is af.' - 'Is het af. Ah! pardon dan. Ik dacht anders dat er nog maar alleen de grondvesten van het monument lagen. En waar is dan het beeld van Pier Benoit?'
21 september 1934 Van de Velde stuurt Sabbe een brief waarin hij vraagt om zijn ereloon te bepalen. Hij stelt zich alleszins zeer modest op: 'Daar ik de uitgaven voor dit denkteeken niet ken, kan ik dit eereloon niet vaststellen. Kan ik niet van iederen eisch op een honorarium afstand doen, zoo kan ik toch mijne eischen zoodanig inkrimpen dat zij zullen gelijkkomen met die van den bescheidensten dorp architect.'
8 oktober 1934 Van de Velde laat Sabbe per brief weten dat hij instemt met het voorgestelde honorarium van 25.000 frs. Hij dankt het Comité dat hem alle vrijheid liet en 'met mij de verantwoordelijkheid te willen deelen Peter Benoit een monument toe te wijden, welk breekt met eene traditie (...)'
27 december 1934 Het ministerie van Posterijen, Telegrafen en Telefonen laat het Peter Benoit-Fonds per brief weten dat het 50.000 frs. zal storten, als voorschot op de verkoop van de speciale Peter Benoit-postzegel.
juni 1935 Huysmans dringt er op aan om de fontein tijdens de zomermaanden tot 23u. te laten stromen in plaats van tot 20u.
29 december 1936 Huysmans laat zijn technische diensten weten dat de bomen die Van de Velde heeft uitgekozen om achter het monument te plaatsen niet het geschikte decor bieden. Hij stelt voor om andere bomen te planten.
26 februari 1937 Een omwonende van de Frankrijklei klaagt dat het te lage debiet van het water bij warm en vochtig weer een massa vliegen, muggen en ander ongedierte aantrekt. Die bewoner stelt voor om het bassin met aarde te vullen en er bloemen te planten. Zijn klacht zou worden onderzocht door de medische dienst die voorstelde om vis in het water te plaatsen om zo de muggenplaag te bestrijden.
18 mei 1937 Het hoofd van de dienst voor aanplantingen schrijft aan het College: 'Ik heb de eer U te melden dat op het voorstel van de plaatselijke geneeskundige commissie om den vijver van het monument Peter Benoit met visch te bevolken, bij wijze van proef zou kunnen ingegaan worden. Ik vrees evenwel dat de visch in bedoelden vijver niet in leven zal kunnen blijven.'
20 juli 1937 Blijkbaar had burgemeester Huysmans problemen met het strakke concept: hij dringt aan op meer bloemen en sierplanten, ook op de muren van het gedenkteken.
augustus 1937 Er wordt een bestelling van 500 goudvissen geplaatst.
13 augustus 1937 De hoofdingenieur beklaagt zich bij de schepen voor Openbare Werken dat er buiten zijn medeweten rode visjes geplaatst werden: 'Gelukkiglijk heeft mijn dienst zulks tijdig gezien en heb ik onmiddellijk maatregelen kunnen nemen om te beletten dat de vischjes in de pomp zouden terechtkomen! Waarom werd ik niet op de hoogte gebracht van dergelijke zaken? De exploitatie van het monument geschiedt immers door mijn dienst!'
12 juni 1938 Bij een bezoek aan zijn geboortestad treft Van de Velde zijn monument aan in een staat die hij zich niet had voorgesteld. Hij klaagt bij zijn vriend Huysmans: 'Ik ben gisterenavond zoo diep verontwaardigd en vernederd uit Antwerpen teruggekomen, dat ik niet nalaten mag U ervan kennis te geven. Het Peter Benoit-gedenkteken is het slachtoffer van de grenzeloze gevoelerigheid van den Heer tuinarchitect der Stad Antwerpen.' Niet alleen de bakken met geraniums (!) op de muren, maar ook de nieuwe bomenrijen die werden aangeplant, storen hem mateloos: 'Dit is vlakaf een aan den schepper van het werk moedwillig aangedane hoon!' De waterlelies die hij wél voorzien had, zijn dan weer verdwenen. Hij roept Huysmans' hulp in: 'De huidige toestand is eene zoodanig schreeuwende schending van den geest van het gedenkteeken en van mijn werk in 't algemeen, dat ik uwe persoonlijke en onmiddellijke tusschenkomst kom opeischen opdat aan deze toestand een spoedig einde zou worden gemaakt, en alles in den oorspronkelijken toestand te herstellen. U zijt toch niet helemaal onwetend, Beste Vriend, van de geweldige krantenstrijd tegen mij en mijn arbeid sedert maanden ondernomen. Het komt mij voor dat hij niet zou ophouden zoolang er iets van mijn kunststreven en werkzaamheid in België overblijven zal. Help mij dan ten minste verschoond te blijven van beleedigende aanvallen op het eenige werk dat van mij in mijne geboortestad bestaat: het Peter Benoit-gedenkteeken.'
14 juni 1938 Huysmans was ridderlijk genoeg om toe te geven dat niet de tuinarchitect, maar wel het College had beslist tot de florale opsmuk, maar: 'Het was een proef! Indien gij nu eene andere combinatie wenscht, gelief mij die mee te deelen. Wij zijn geen starre lui. Maar het komt ons voor, dat bloemen en planten er moeten komen in dezen tijd van natuurweelde. Artistieke geometrie is goed en kan schoon zijn. maar zij verliest er niet bij wat menschelijk te worden.' Expliciete kritiek dus op de modernistische aanpak van Van de Velde.
20 juni 1938 Van de Velde is niet helemaal gerustgesteld door Huysmans' antwoord: 'maar voor mij is bovenal belangrijk dat gij U wilt laten overtuigen dat de uitslag aan de verwachtingen niet beantwoordt. Naar mijn oordeel moet het watervlak worden opgesierd met tuilen waterlelies en irissen, iets dat tenslotten een eenvoudig-landeljke atmosfeer kan wekken.'
30 juli 1938 Van de Velde laat Huysmans per brief weten dat hij met de hoofdtuinier van de stad het monument heeft bezocht om een en ander recht te trekken: 'In de eerste plaats moet de huidige versiering verwijderd worden. Zij strookt niet met den stijl van het monument, en belet het publiek dien stijl aan te voelen. Aan den benedenkant dient het vierkante bloemenperk door een eenvoudige vlakte te worden vervangen. Alleen in den grooten waterkom kunnen bloemen worden aangebracht, en daar moet op de meest gebiedende wijze de voorkeur worden gegeven aan groote waterlelies en gele Leie-irissen, zoals ik reeds vóór de inhuldiging met nadruk heb gevraagd.'
september 1938 Er worden betonnen paaltjes rond het monument geplaatst.
14 april 1939 Een technische medewerker van de stad signaleert dat 'de vischjes in de waterkom van het monument Peter Benoit van het vervuilde water te lijden hebben.'
14 oktober 1941 Wegens een defecte pomp wordt het bevloeiingsmechanisme uitgeschakeld.
30 december 1943 De Feldgendarmerietrupp D83 meldt aan de hoofdcommissaris dat verschillende Duitse soldaten wegens de duisternis in het bassin zijn gesukkeld: 'Es wird ersucht, das Becken mit einem Zaun aus Draht oder Holz zu versehen, der obenbezeichnete Vorkomnisse verhindert.' Hoe meer mensen in het waterbassin sukkelen, hoe hardnekkiger het monument 'het zwemdok van Kamiel' wordt genoemd, verwijzend naar Camille Huysmans. Het monument was ook een obstakel voor onvoorzichtige chauffeurs en er was ook sprake van een zeehondje dat in het waterbekken ronddartelde.
10 augustus 1944 In een verslag aan de Ortskommandantur wordt er opnieuw aan het monument een muggenplaag gesignaleerd: 'Es wird aus gesundheitlich-hygienischen Gründen um sofortige Entleerung und Säuberung des o.a. Bassins gebeten.'
18 augustus 1944 De gezondheidsdienst laat weten geen muggenverdelger te hebben. Men laat het bekken leeglopen.
Bronnen: Annemie Havermans, Het Benoitgedenkteken door Henry van de Velde in Antwerpen, in Vlaanderen, jrg. 50 nr. 2, maart-april 2001, p. 100-102. Rutger Tijs, Emoties rond een lier of het gedenkteken voor Peter Benoit van architect Henry van de Velde, in: Henry Van de Velde en zijn Antwerpse bijdrage, Antwerpen, 1987, p.55-67. Archief Peter Benoitfonds Foto onthulling Frankrijklei: Universiteitsbibliotheek Gent