Denderliedeke
Lustig loopt door 't Denderdal, 's zomers, zonder groot geschal, 't groene Denderwater. 't Golft langs veld en weiden heen, kust de bloem en lekt de steen, 't groene Denderwater, 't groene Denderwater. Aan de boorden beeft het riet, neurt een droef en heim'lijk lied, 's winters, in het water. Al de vogels vliegen heen de vogels vliegen heen, 't stolt tot ijs met bang geween, 't groene Denderwater. 'k Dwale dromend aan de kant: had ik het liefje bij der hand aan het groene water, zomer wierde 't om mij heen! 't Wordt nu winter... 'k zing alleen, alleen, 'k zing alleen bij het groene water, bij het groene water.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates