Zeeroverslied
Duits matrozenlied
De machtigste koning van storm en wind is de arend geweldig en groot.
De vogels zij sidd’ren en vluchten van angst voor zijn snavel en klauwende poot.
Als de leeuw verheft zijn gebrul des nachts dan verschrikt hij de dieren ermee.
Ja, wij zijn de heersers der aard’, de koningen van de zee.
Tiralala, tirala, tirala, tirala, hoi, hoi!
Ja, wij zijn de heersers der aard', de koningen van de zee.
Verschijnt er een schip op de oceaan dan juichen wij luide en wild.
Ons trotse schip als een pijl uit de boog vliegt terstond door de wateren zilt.
De koopman wordt bang en hij siddert van angst, de matrozen verwensen die dag.
En daar klimt de mast langs omhoog, onze bloedrode zeeroversvlag.
Tiralala, tirala, tirala, tirala, hoi, hoi!
Ja, daar klimt de mast langs omhoog onze bloedrode zeeroversvlag.
Wij werpen ons op het vijandige schip als een weggeslingerde speer.
De kanonnen dreunen, 't geweer knalt rondom en de enterbijl hakt keer op keer.
En reeds zinkt de vlag van de vijand omlaag, overwinningsgeroep klink alom.
Lang leve de bruisende zee, lang leve de zeeroverij.
Tiralala, tirala, tirala, tirala, hoi, hoi!
Lang leve de bruisende zee, lang leve de zeeroverij.
En is zo gewonnen het laatste gevecht en de laatste overwinning behaald,
dan fluks onze wrakkige schuit naar de duivel gestuurd en ter helle gedaald.
En als satan dan onze wille niet doet, ai, dan roosteren wij hem eens fel.
Want wij zijn de heersers der aard' en wij willen het ook zijn in de hel.
Tiralala, tirala, tirala, tirala, hoi, hoi!
Want wij zijn de heersers der aard' en wij willen het ook zijn in de hel.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates