Het lied van de bruischaard
Stijgend en schuimend, zanend en kralend,
giste in de schalen dit vloeibare goud!
Zes volle dagen pijnde de Schepper,
dan zei hij: “'t Is wel” en hij zette er zich bij.
Zes volle dagen blokt de student.
dan haalt hij zijn hert op en zottebolt. Ei!
Kling, klang, kling, klang,
klinken de bekers in wondermuziek!
Kling, klang, kling, klang,
klinken de bekers in wondermuziek!
Hoog! Hoog! Boem! Boem!
Stijgend en schuimend, zanend en kralend,
giste in de schalen dit vloeibare goud!
giste in de schalen dit vloeibare goud!
Vlei ons de kelen, verraderlijk nat.
Woel door onz’ hersens hitsige damp!
Straal ons uit de ogen door schem’rende nevel!
Doof onze rede en ons blokkersverstand!
Kling, klang, kling, klang,
klinken de bekers in wondermuziek!
Kling, klang, kling, klang,
klinken de bekers in wondermuziek!
Hoog! Hoog! Boem! Boem!
Stijgend en schuimend, zanend en kralend,
giste in de schalen dit vloeibare goud!
giste in de schalen dit vloeibare goud!
Laat ons vergeten, vergeten, vergeten.
Zet ons in store, doorblaak ons van min.
Zinnen scherp en leden slap.
Terende wellust der dronkenschap.
Kling, klang, kling, klang,
klinken de bekers in wondermuziek!
Kling, klang, kling, klang,
klinken de bekers in wondermuziek!
Hoog! Hoog! Boem! Boem!
Stijgend en schuimend, zanend en kralend,
giste in de schalen dit vloeibare goud!
giste in de schalen dit vloeibare goud!
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates