Vlaamse liederendatabank

Ik ben de zanger van 't Dietse volk

Langs 't lage land waar kronkelt en krult
de Schelde, reuzige waterslang,
zo heim'lijk murmelt of bruist en brult
haar hotsebotsend golvengezang,
daar zag ik, arme bloed,
de eerste zonnegloed.

Ik ben de zanger van 't Dietse volk,
mijn lokken zijn lang en blond als goud.
Gelijk de vogel in de wolk,
ik leve vrij en zinge stout,
vol liefdebrand voor 't vaderland!

Waar wingerd en wilde rozen blozend
omhelzen 't lage vernsterraam
en 't vrouwke onz' kind'ren kozend
uitgalmen leert Gods grote naam,
daar zit ik welgezind bij tabakspot en pint.

Ik ben de zanger van 't Dietse volk,
mijn lokken zijn lang en blond als goud.
Gelijk de vogel in de wolk,
ik leve vrij en zinge stout
vol liefdebrand voor 't vaderland!

En 's avonds wandelend in het woud,
ik luister naar het lieve lied
van vog'len vliegend in het hout,
terwijl de zon haar glansen giet,
terwijl de zon haar glansen giet,
in ene gulden kroon,
op 't groene gras, mijn troon.

Ik ben de zanger van 't Dietse volk,
mijn lokken zijn lang en blond als goud.
Gelijk de vogel in de wolk,
ik leve vrij en zinge stout
vol liefdebrand voor 't vaderland!