Vlaamse liederendatabank

In Transvaal

Daar is een zucht die gloeit in ieder herte.
Daar is een kreet die dreunt uit ieder land.
’t Waait uit de vlag die wappert in de verte.
’t Vliegt met het schip dat stevent van het strand.
Vrij zijn! Vrij zijn!
Dreune 't ook uit onze mond,
daar op Afrikaanse grond.
Daar geen volk op ‘t wereldrond
vrijer is dan wij zijn!

Wie kent ze niet, de hugenots en geuzen?
Ze zeilden uit, op wilde volken af.
Elk werelddeel bracht schatting aan die reuzen.
Wij zijn hun zoons en zwaaien hier de staf.
Vrij zijn! Vrij zijn!
Dreune 't ook uit onze mond,
daar op Afrikaanse grond.
Daar geen volk op ‘t wereldrond
vrijer is dan wij zijn!

De vijand kwam. Ons wilde hij tot slaven.
Te paard! Te paard! Met buksen en met lood!
Waar bleef hij, waar? Men vrage ’t aan de raven.
Langs elke weg zijn rotsen rood.
Vrij zijn! Vrij zijn!
Dreune 't ook uit onze mond,
daar op Afrikaanse grond.
Daar geen volk op ‘t wereldrond
vrijer is dan wij zijn!

Jong is de staat, maar eikels worden bomen.
’s Lands moed, ’s lands eer, o God, verlaat ons nooit.
Laat op Transvaal uw zegen nederstromen:
weze Afrika met steden eens bestrooid.
Vrij zijn! Vrij zijn!
Dreune 't ook uit onze mond,
daar op Afrikaanse grond.
Daar geen volk op ‘t wereldrond
vrijer is dan wij zijn!