Jagerslied
Ik galm er mijn horen gewonnen verloren:
heiaha, heiaha, ha, heiaha, heiaha, heiaha, ha, ha!
De morgen wordt geboren en boven vogelkoren zing ik de welkomstgroet:
heiaha, heiaha, heiaha, heiaha, heiaha, ha!
Alles ontwake mijn getoet:
heiahei, heiaha, heia, heiaha!
Ik galm er mijn horen voor lievekes oren:
heiaha, heiaha, ha, heiaha, heiaha, heiaha, ha, ha!
Zij wacht en zal mij horen, haar oog zal zoekend boren heinde ver naar mij:
heiaha, heiaha, heiaha, heiaha, heiaha, ha!
‘k Nader mijn lief, hoort gij ‘t, hoort gij:
heiahei, heiaha, heia, heiaha!
En als in mijn horen de tonen versmoren,
heiaha, heiaha, heiaha,
dan zingen zachte zinnen van aller zoetste minne
en kussen op mijn mond en kussen op mijn mond.
Heiaha, heiaha, heia,
niemand dan zijn hoort die in ’t rond,
heiaha, heiahe, heiha!
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates