Kerstlied van de zwerver
Hoe vaak heb ik op bedeltocht de deuren dicht zien slaan,
vergeefs een liefdeoord om weer mijn weg te gaan.
Tot ik vandaag te Bethlehem voorbij een stalling liep
en plots een zachte eng’lenstem mij dringend binnen riep:
Vree zijn de simpele zielen, goeden van wille zij peis.
Ik heb u, lieve Heiland klein, zo weining aan te biên:
een bedeltas, wat zwerverspijn, het brood van armeliên.
Ik schenk u met mijn schapenvacht de warmte van mijn kleed.
O, ‘k wou u douwen zoet en zacht zo als mijn moeder deed.
Vree zijn de simpele zielen, goeden van wille zij peis.
Ik geef u, kleine Lieve Heer, mijn hart en mijn gemoed:
bij u vind ik de vrede weer, bij u wordt alles goed.
Ik wil u deze kerstenacht, voor ’t hemels Kindekijn
dat mij z’n warme liefde bracht, een goede herder zijn.
Vree zijn de simpele zielen, goeden van wille zij peis.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates