Kerstsprookje
Wanneer in ’t dal te Bethlehem een kleine engel zag
hoe ’t Kerstekindje hulpeloos op stro te schreien lag,
toen bond het vlug en zonder vrees zijn beste vlerkjes aan
en is terstond voor ’t heilig Wicht op zoek naar hulp gegaan.
Alleluia, alleluia!
Het vloog reeds dagen, weken lang door sneeuw en winterweer,
Maar vond noch troost noch meelij voor de kleine lieve Heer.
En verder vloog het engeltje, geleid door Godes hand,
tot dat het plots de torens zag van ’t vrome Vlaanderland.
Alleluia, alleluia!
Het wipte vlug een kerkje in en trok uit alle macht
Vermetel aan de koorde die de klok aan ’t luiden bracht.
De boerkes kwamen aangerend, nieuwsgierig en ontdaan
En keken met verbaasde blik de kleine engel aan.
Alleluia, alleluia!
Maar pas had d’engel hun verteld van Jezus’ grote nood,
Of allen liepen rap naar huis om melk en koekebrood.
Ontroerd bedankte ’t engeltje de gevers van dit al
en vloog verheugd met Vlaand’rens gift naar ’t Kindje in de stal
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates