Vlaamse liederendatabank

Koningen uit het Oosten

Vrienden en geburen, kom bij, kom bij, kom bij!
Dra trekt er door de straten een vreemde stoet voorbij.
Van ergens ui het oosten, zo onbekend als ver,
zijn vorsten toegekomen, geleid door ene ster.
Drie koningen, hoog en wijs van naam, reisden ingetogen saam
om de hemel te bedanken: het zijn één zwarte en twee blanke.

Vrienden en geburen, kijk toe, kijk toe, kijk toe!
De stoet blijft even rusten, de pelgrims zijn zo moe.
Maar tijd mag niet verloren, daar klinkt opnieuw het sein,
Zij willen, voor het avondt, nog bij het kindje zijn.
Drie koningen, hoog en wijs van naam, reisden ingetogen saam
om de hemel te bedanken: het zijn één zwarte en twee blanke.

Vrienden en geburen, sluit aan, sluit aan, sluit aan!
En laat ons met de wijzen ook naar de kribbe gaan.
Een sterre heeft de vorsten geleid bij dag en nacht,
Die brengt ons bij het kindje, dat lachend op ons wacht.
Drie koningen, hoog en wijs van naam, reisden ingetogen saam
om de hemel te bedanken: het zijn één zwarte en twee blanke.