Langs de dijken
Wat ga j’een zondagachternoen langs de dijken, langs de dijken,
wat ga j’een zondagachternoen langs de Scheldedijken doen?
‘k Zie er een schuitje in het riet, maar mijn lief en zie ik niet.
De karekiet, wiet! Zingt in het riet, wiet! wiet!
Van triele, van triele, van trielewiet, de karekiet, wiet! wiet!
Zingt in het riet, wiet! wiet! zijn leutig liefdelied.
Ach, moet ik blijven hier alleen langs de dijken, langs de dijken
Ach, moet ik blijven hier alleen, is uw hartje dan van steen?
Wilt gij mij bede niet verstaan? Wel, dan zal ik verdergaan.
De karekiet, wiet! Zingt in het riet, wiet! wiet!
Van triele, van triele, van trielewiet, de karekiet, wiet! wiet!
Zingt in het riet, wiet! wiet! zijn leutig liefdelied.
Hoe zou mijn hartje zijn van steen langs de dijken, langs de dijken,
Hoe zou mijn hartje zijn van steen zoals gij en min ik geen.
Kom in mijn schuitje, dicht bij mij, ruk aan de riemen, ’t is hoogtij!
De karekiet, wiet! Zingt in het riet, wiet! wiet!
Van triele, van triele, van trielewiet, de karekiet, wiet! wiet!
Zingt in het riet, wiet! wiet! zijn leutig liefdelied.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates