Vlaamse liederendatabank

Lied der Heidebloem

Lijk de heidebloemen beven,
zachtjes geuren in de wind,
zo trilt ons hart het leven,
steeds voor d’ed’le kunst gezind.
O Heidebloem, o Heidebloem,
groei op, groei op in sier en roem,
hier op ons groene heide!
Gij sterkt de ziel en het verstand
van aan de Maas tot aan ons Scheldestrand,
in liefde tot de kunst verwant,
hier op ons groene heide!

Daar buiten in het verre
zijn ook meisjes schoon en goed,
maar ter heide blinkt de sterre,
reiner liefde, fris en zoet.
O Heidebloem, o Heidebloem,
groei op, groei op in liefde en roem,
hier op ons groene heide!
Ge sterkt de liefde in ons gemoed
van aan de Maas tot aan de Scheldevloed,
de liefdewarme hemelgloed,
hier op ons groene heide!

Waarheen we mogen varen,
denken doen wij altijd meer
aan ons heide, wij bewaren
voor haar onze vriendschap teer.
O Heidebloem, o Heidebloem,
groei op, groei op in vriendschapsroem,
hier op ons groene heide!
Gesterkt de kloeke vriendenbond
van aan de Maas tot aan de Scheldemond,
in waarheid, op de dierb’re grond,
hier op ons groene heide!

Ach, genaken bange tijden,
wordt ons land eens aangerand,
stout, ja, zullen wij dan strijden
tot de vijand is vermand.
O Heidebloem, o Heidebloem,
groei op, groei op in vrijheidsroem,
hier op ons groene heide!
Gesterkt de vrijheid, ’t heilig pand,
van aan de Maas tot aan ons Scheldestrand,
de vrijheid, voor ons vaderland,
hier op ons groene heide!