Lied III
Fluister mijn naam niet in de wind,
die hem meevoert naar de verte,
waar ie nimmer, nimmer weerklank vind.
Teken mijn naam niet in het zand,
waar de zeeën hem niet lezen,
van het kille zilte strand.
Schrei mijn naam niet in de nacht,
waar het duister in zijn armen
onberoerd je schreien smacht.
Verkruimeld woord, nog nooit gehoord,
een broze droom nog teer en loom.
De speelde wind geen woord nog vindt,
verstuift het zand nog uit je hand, nog uit je hand.
Op de wegen van je leven,
tussen scherven en op stenen,
vele namen zijn geschreven.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates