Liedje van inkeer
Toe, m’n ogen, wees nu stil,
vertel niet wat ik zwijgen wil,
want lachen door mijn triestigheid
is wonderschone logen.
Och, doe maar juist als waart ge blij
en lach maar, lach maar allebei
de schone lach,
de schone lach van kinderogen.
Toe, mijn herte, zing nu weer,
gedeedt het al zolang niet meer
en zingen is de vrucht van God
voor wereldmoede mensen…
Zing hoger dan dat oud verdriet,
zing warmer dan dat lauwe lied
van ijd’le hoop en ijd’le wensen.
Toe, mijn ziele, help me nu;
mijn hart, mijn ogen zijn van u!
Gij kunt ze maken godd’lijk schoon,
spijts alles wat ze griefde.
Doe gij dit hart wat stiller slaan,
doe gij m’n ogen minder gaan
naar t lokkend land van mensenliefde.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates