Vlaamse liederendatabank

Marialied

Hoe blinken de bloemen van ’t gulpende licht
in groenende lachende tuinen;
De vogeltjes kwelen hun lentegedicht
in bomen met wiegende kruinen…
Hoe schoon is de hemel van zuiver azuur
weerspiegeld ’t rimpelend water!
De mei is de lach van de nieuwe natuur,
die klinkt in het kindergeschater.
Laat lustig weergalmen ons lied van de mei,
ons hart met ons lied U gegeven ook zij.
O liefste Lievrouwke, wij danken U zeer,
beveel ons en schenk ons aan onz’ lieve Heer!

Nu zwieren banieren in flapperend blauw
en klinken Mariagezangen;
de klanken der klokken, als per’lende dauw
de zingende torens omhangen.
Nu stappen de lieden in biddende stoet
en prevelen heilige woorden;
zij bieden hun bloemen, hun hart en hun groet
in de simpele liederakkoorden.
Laat lustig weergalmen ons lied van de mei,
ons hart met ons lied U gegeven ook zij.
O liefste Lievrouwke, wij danken U zeer,
beveel ons en schenk ons aan onz’ lieve Heer!

Wij roemen U, Moeder, wij loven Uw Kind
en schenken ons minnende streven;
wij weten hoe moederlijk Gij ons bemint
en ons Uwe zegen wilt geven.
Lievrouwke van liefde, Lievrouwke van vree,
behoed ons in zielengevaren,
geef moed in de strijd en verlicht al ons wee
en wil in genade ons bewaren.
Laat lustig weergalmen ons lied van de mei,
ons hart met ons lied U gegeven ook zij.
O liefste Lievrouwke, wij danken U zeer,
beveel ons en schenk ons aan onz’ lieve Heer!