Marleentje

Ik pakte dat Marleentje al bij de hand.
Marleentje, Marleentje vond het plezant.
Ze liet zich leiden langs groene weiden.
Och! Wat zijn er toch meisjes in ’t land!
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
zo is er maar eentje, zo is er maar eentje!

Ik kuste dat Marleentje op haren mond.
Marleentje, Marleentje vond dat gezond.
Ze zou niet geren zich tegen weren,
Och, wat lopen er meisjes hier rond!
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
zo is er maar eentje, zo is er maar eentje!

Ik trouwde met Marleentje niet lang nadien.
Marleentje, Marleentje werd geern gezien.
Dra zong mijn vrouwken een douwriedouwken.
Ja, er zijn er veel schoner misschien!
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
zo is er maar eentje, zo is er maar eentje!

Ik wilde dat Marleentje niet sterven kon.
Marleentje, Marleentje is mijne zon.
Want viel ik zonder, ik ging ten onder.
Geen meisje wie ik mijne harte nog jon.
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
zo is er maar eentje, zo is er maar eentje!


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.