Mijn hart is vol verlangen
Mijn hart is vol verlangen
en wacht naar ’t zoete heilwoord,
dat men in blijde zangen
der liefde hoort!
Zal hij het nooit verklaren,
‘t gevoel dat in zijn oog speelt
en mij doet dromend staren...
en voor mijn geest doet waren,
‘t heerlikst beeld?
De kindertijd is henen;
moet ‘t hart daarom gedood zijn?
Of moeten wij slechts wenen,
vol liefdespijn?
De tranen mogen stromen,
zij doven toch de gloed niet,
die mijne ziel, in dromen
tot hem verrukt gekomen,
blij geniet.
O wat men moge zeggen,
geen dwang en drukt ‘t gevoel neer.
Geen ketens kan men leggen
aan liefde teer.
Zij schiet haar vur’ge stralen
door ‘t duister van ’t vooroordeel…
Mag zij niet zegepralen,
Dan blijft in t'graf te dalen
t' enigst deel.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates