
Moede
Vrouwke, ’t was zo’n zware dag, ‘k wou mij in uw armen leggen.
‘k Heb behoefte aan uw lach, aan uw zoen, ‘k en kan ’t niet zeggen.
Wieg m’een wijlke als aan kind, och, vrouwke, zeg dat gij mij mint.
Vrouwke, slapen z’allemaal, geen bengel aan te klagen?
Vader met zijn barse taal, wou zoveel voor hen verdragen.
Vrouwke, als de werker spreekt, gij weet wat in zijn ruwheid steekt.
Vrouwke, ben ik soms wat nors, ’t komt, ‘k weet niet, wil mij vergeven.
’t Zijn wel handen ruw als schors die u strelen, maar om ’t even.
Vrouwke, zing een liedje nu, wat was een werker zonder u?
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates