Schoon Vlaanderland

De lente rolt de winter op:
schoon Vlaanderland ontwaakt.
En den en ven en hei en wei
naar zon en zomer haakt.
De bossen waaien wierook rond:
de meiboom stat gesierd.
De koster leidt een bedevaart:
Maria wordt gevierd.
Schoon Vlaanderland,
mijn heimatland,
al paradijs en lustwarand,
zijt gij, blijft gij voor mij!

Het must en vinkt en leeuwerikt,
het kwaakt in poel en plas.
De beemden dragen in ornaat
hun nieuwe groene jas.
De berken zijn een waterwal
van teer en gelig groen.
En vóór zijn hoeve rookt de boer
zijn pijpke op de noen.
Schoon Vlaanderland,
mijn heimatland,
Al paradijs en lustwarand,
zijt gij, blijft gij voor mij!

Het beekje stoeit door 't lenteland
gelijk een meisjeslach.
Het drinkt zich zonnezat en leeft
een Breugeliaanse dag.
Het beekje zwijmelt naar de zee:
o Vlaanderland, goed heil!
Gij, zilv'ren lint door 't beemdendal
van 't heerlijk land van Tijl.
Schoon Vlaanderland,
mijn heimatland,
Al paradijs en lustwarand,
zijt gij, blijft gij voor mij!


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.