Weemoedweelde
Hoe menig weemoedvolle stond
raakt in mijn jonge borst
een teergevoelige snaar!
Ben ik niet als een harp?
Voor zoete zinde zingen
verdwijnt het wrange leed,
mijn nacht ebt weer vol zonneschijn,
mijn oog ontwelt een traan.
Ik voel: er is geen afstand meer;
gij stapt weer aan mijn zij,
gehuld in uw heerlijk haar.
O, ’t lijkt een gouden golf!
Ik hoor uw mantel ruisen,
ik voel uw tere hand
en rein extatisch luidt mijn beê:
“O hemel, zegen haar!”
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates