Vlaamse liederendatabank

Boerenbal

De zonne lacht, het klokje luidt.
Sa boerke, haal je klompen uit
en tooi je hoed met bloem en brem:
't is boerenbal in Klompegem.

Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
De boer die haalt zijn hartje op,
van klompe klampe klompe klop!
Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
De boer die haalt zijn hartje op,
Tot het duizelt in zijn kop!

De koppels dansen in het rond,
de klompen klossen op de grond,
van overnoen tot 's avonds laat,
van kleffer klaffer op de straat.

Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
De boer die haalt zijn hartje op,
van klompe klampe klompe klop!
Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
De boer die haalt zijn hartje op,
Tot het duizelt in zijn kop!

De hofstee staat in rep en roer,
want de boerin zit op de loer.
De koeien loeien in de tsal,
maar 't boerke blijft op 't boerenbal.

Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
De boer die haalt zijn hartje op,
van klompe klampe klompe klop!
Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
De boer die haalt zijn hartje op,
Tot het duizelt in zijn kop!

En 's anderdaags vóór 't haangekraai
zet de boerin met veel lawaai,
gewapend met een bezemsteel
de klopjacht in op boer Korneel.

Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
Het dondert op zijn boerenkop,
van klompe klampe klompe klop!
Klop, klop, klop! Klop, klop, klop!
Van klompe klampe klompe klop!
Het dondert op zijn boerenkop:
"Ai, boerinne, hout toch op!"