Kindje
Op de peul mijns herten
rust uw hoofdeke van goud...;
't is of ik uw freel zielke
tusschen bei m'n handen houd.
Lijk albasten bloeme
licht uw têer gezichteke
en uit elk' azuren kijker
blikt een blauw gedichteke...
Kon ik vatten, kindje,
van die dichtjes rythme en rijm;
mocht ik, van uw broze wereld,
raden het subtiel geheim.
'k Durf u haast niet kussen...
Raakt men witte bloemen aan?
Schenkt men dan de sneeuwgedachtjes,
die er door uw kopken gaan?
Straks, als ge zult sluimren,
kind, dat ik zoo geren zie,
dan misschien zal ik u zoenen,
lijk men kust een relikwie.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates