Volksliedje
Een blozen blond boerinneken was naar de markt gegaan,
Met boter en met eierkorf, en 't zondagsch roksken aan!
Zij stond daar als een flinke meis, het jonge hart nog vrij,
En bij zoo'n frisch boerinneken, past daar geen jonkman bij?
Ze had haar mandjes uitverkocht, sprak Jan, een vroeger buur:
"Verkoop gij mij uw harthe niet? Ik weet een hoev' te huur.
Ik word dan boer en gij boerin; de pastor trouwt ons dra!"
En Mieken die niet beter vroeg, al blozend knikte: "ja".
Het paarken is in 't dorp getrouwd met staatsie en fatsoen;
Zij rijden saam nu naar de markt, Gelijk de boerkens doen.
't Getrouwd zijn gaat hun van de hand, dat vraagt noch kunst noch leer,
En 't zal niet lang meer duren of Daar is een boerken meer.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates