Wat hangt gij daar te praten

Wat hangt gij daar te praten aan die blomme, o bruine bie;
waarop, waaruit, waarover ik u ronken hoor, en zie?
Gij zijt er met uw neuze en met uw' tonge al in gegaan;
gij hebt er aan geroken en van alles aan gedaan,
daarom, daarin, daarover, op uw' vlerken alle twee:
Ik wonder hoe die blomme U laat geworden, zoo ter lee!
Och, ware ik in heur' plaatse, ik hiet U varen, en ik sloot
zoo seffens al dat werk, al dat geruchte uit mijnen schoot,
en 'k 'Rap, uit mijnen weg en uit mijn zunne, dat ik zie:
houdt op, en laat mij werken, of ik strale u" zei de bie.


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.