Een handkus
Ik mag de slanke handen zoetjes streelen
Als zwoele wind de blanke duivenveeren.
't Zijn lelies, waar de schaduwen om spelen;
Gekuifde golfjes, die de meeuwen scheren.
Ik druk ze, en zal hun wederdruk niet weren,
Ik wil, ik wil ze kus op kus ontstelen.
Ik wil ze kus op kus ontstelen.
Een warme handedruk zal ze niet deren,
En deerde ze al, een handkus zou ze heelen,
een handkus zou ze heelen.
Gedoog, dat aan die sneeuw mijn wang zich koele,
En dat mijn lippen 't warme dons beroeren,
En dat ik dan nog eens mijn straf gevoele!
Gij weet, die straf, toen ik me liet vervoeren,
En ik het kussen uwer hand volharde,
Toen gij met d'andre door mijn lokken warde.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates