Hart en ziel
Dien ooit, door 't schoon bewogen,
zijn menschelijk gemoed
Naar Godes gaarde richt;
Daar brandt niet in zijn oogen
de lamp van 't eeuwig licht.
En hij, die de aard vergeten,
Vereenzaamt in gebed
Al de uren van den dag,
Hoe zou zijn zielen weten
Wat aarde leed vermag?
'tk Wil iedren avond knielen
Datm ij mijnl even lang
Die schoone gunst geschiê,
Zóó, tusschen hart en ziele,
zóó tusschen hart en ziele,
Wat lieve harmonie!
Want menigmaal mij smarte
De ziekelijke lijn
In 't wezenloos profiel,
Van zielen zonder harte,
Van harten zonder ziel.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates