Die jongen
Zoo zalig blij de jongen liet klinken
zijn wijs uit pijp van riet
al loopend langs het water
wie was hij, die maar floot en floot
toen 't lichtendgouden uchtendrood
blonk boven wei en water?
De wind woei leutig langs het riet,
maar boven 't waaien klonk het lied
van den verdwaasden jongen
die ging en spelend klanken vond
die dartel in de lucht hij zond
die onbezonnen jongen....
De zon kwam schijnen in de lucht
zoo gouden puur en een gerucht
van zangen waaide en zwierde
een leeuwrik steeg omhoog en luid
zong 't diertje heel zijn blijdschap uit
hoe 't lied de lucht doorzwierde
En zwijgend bleef de droomer staan
om woorden preevlend weer te gaan,
al dankend wei en water,
en wind en zon een leeuwerik
van 't heilig mooi, rijk oogenblik
genoten daar aan 't water
Ik weet het niet, maar niets bleef mij
mijn heele leven zoo nabij
als die verheven morgen
en langzaam gaande weet ik weer
het land, de lucht, de zon, het meer
en 't zingen van den morgen
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates