Avondzon
Het avond zonlicht doopt in 't goud,
De groene toppen van het woud,
En langs der dennen stam gegleden
Wiens donkerrood, den schuinen straal,
Doet blinken, als gegloeid metaal,
als gegloeid metaal,
Daalt, op dat zacht tapijt,
Zich graag ter ruste had gevlijd.
Slaap zacht, gij lieve zonneschijn!
Zöo zingt het wilde vogelijn,
Zöo rutscht het loof, en alle twijgen!
En gij, o mensch! die voelt en weet,
Wat goeds, het lieve zonlicht deed,
Gij zoudt, gedachteloos, dan zwijgen?
Och, smelt in 't zalig avontuur,
Uw lied, in 't danklied der natuur
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates