Liefdedaad
Bezie het schamel, tenger kind,
dat nooit een straaltje zonne vindt
Geen plekje kent op warmen schoot,
Want moê bezweek in marteldood.
Gedenk die weeze bleek en naakt,
In winterweer, het vriest dat 't kraakt.
Zij is zoo jong en zwak, nog klein,
Reeds arm en ongelukkig zijn!
Ze smeekt om brood, Verschaf haar brood,
Ze bidt om hulp en vraagt u raad,
Ontsluit 't gemoed, verzacht den nood!
Ontsluit 't gemoed, verzacht den nood!
En voeg bij 't woord de liefdedaad!
Aanschouw die uitgeputte vrouw,
Gebogen onder last en rouw,
Gehuld in 't donker lompen kleed.
Verbergt ze kommervrees en leed.
Ze heeft een scherpen doorn in 't hart,
Van diep verdriet en zielesmart
Alleen de ster aan 's hemelsboog,
Ontwaart de traan, die glimt in 't oog!
Ze smeekt om brood, Verschaf haar brood,
Ze bidt om hulp en vraagt u raad,
Ontsluit 't gemoed, verzacht den nood!
Ontsluit 't gemoed, verzacht den nood!
En voeg bij 't woord de liefdedaad!
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates