O lente mijner jeugd
Dat gij mijn zoetst geheugen zijt
Nog immer, immermeer,
En dat ge soms mijn hart verblijdt
Als kwaamt gij lachend weer;
Ik heb het niemand ooit vertrouwd,
Maar hopend naar u heen geschouwd,
En ieder jaar, met smart en vreugd
Gezucht, gejuicht: O zijt ge daar!
O lente mijner jeugd!
'k Zie heden 't zelfde loof en groen,
Dezelfde bloem weerom;
Dezelfde zonne glanst als toen
Mijn hart in liefde zwom;
Waarom schijnt alles anders thans,
Beroofd van zijnen toverglans?
Ach! 'k derve nu de ware vreugd
Die lente mijner jeugd!
O jeugd, die ons almachtig lokt
Langs over berg en vloed!
Wie name nog bedwelmend schokt
Der grijsheid stramme bloed;
Gij waart mijn kracht in 's levens strijd,
En of gij lang nu henen zijt,
U steeds geheugd mijn dankend hart!
Gezegend zij uw lust en vreugd,
Gezegend, gezegend ook uw smart.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates