Aan een viooltje

Vioolken, vioolken, o bloemeken teer,
Wat buigt gij zoo diepjes uw kruintje ter neer?
Uw geur is zoo lief en uw bladje zoo schoon
Gij moogt het; ga, spreid uwe kleurtjes ten toon:
O neen, ik, o neen, spreekt 't bloemeken kleen
O neen, ik, o neen, spreekt 't bloemeke, kleen

Vioolken, vioolken, o bloemeken net,
Waar wilt gij dat ik u ten schitteren zet?
Zeg, wilt gij in 't kunstige bloemhofje staan
Waar rijkaart den blik op uw blaadjes zal staan?
O neen, gij, o neen, spreekt 't bloemeken kleen
O neen, gij, o neen, spreekt 't bloemeken kleen

Vioolken, Vioolken, o bloemeken mooi
Waar spreidt gij dan liefst uwen nedrigen tooi?
Zeg, wilt gij dat ik in een potjen u stell'
Maria ter eer in de stille kapel?
Ja, daar wil ik zijn, spreekt 't bloemeken fijn
Ja, daar wil ik zijn, spreekt 't bloemeken fijn.


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.