Vlaamse liederendatabank

Wielrijderslied

Sa, rijders, op! de baan is goed,
En 't weder lacht ons tegen;
Met vroolijkhart en kloeken moed
Het ijzren paard bestegen.
Het sein is daar: de horen tuit,
Ons rijwiel gaat zoo snel vooruit,
Als of 't een vogel ware,
Die vluchtig tegen de aarde drijft,
En met zijn staart de lijn beschrijft
Langs waar hij is gevaren.

Wij rollen en bollen
De baan op en neer.
neer en op, in galop:
Dat boomen verschijnen
en ook weer verdwijnen
verdwijnen als rook
verdwijnen als rook

Wij zijn de ziel van 't wonderpaard
Ons spierkracht door het leven.
Het is van spoor noch knal vervaard,
Geen zweepslag door het beven.
De Teugels zijn van glimmend staal
Die flikkren als een bliksemstraal
In 't gouden licht der zonne;
Bij elken druk van 's ruiters voet
Het paardje loopt met meerdren spoed.
Wat vreugden en wat wonne!

Wij rollen en bollen
De baan op en neer.
neer en op, in galop:
Dat boomen verschijnen
en ook weer verdwijnen
verdwijnen als rook
verdwijnen als rook

Wij spotten met de dolle vlucht In eenen spoortreinwagen; Waar stoomgeblaas en dof gerucht U zuchten doet en klagen; Waar ge aan gebrek van vrijheid lijdt, En als een arme vogel zijt In de enge kooi gefangen. Wij houden van het ruime veld Waarheen ons ijzren paardje snelt Zoo rap als wij 't verlangen
Wij rollen en bollen
De baan op en neer.
neer en op, in galop:
Dat boomen verschijnen
en ook weer verdwijnen
verdwijnen als rook
verdwijnen als rook

Wij rijden door het gansche land
Langs dorpen en langs steden;
Door bosch en hei en waterkant
Verheugd en wel te vreden?
De frissche veldlucht doet ons goed,
Verkwikt in de aadren 't warme bloed
En doet ons boezems zwellen
Van zielsgenot en levenslust;
En gaan wij 's avonds dan ter rust
Geen droomen ons dan kwellen.

Wij rollen en bollen
De baan op en neer.
neer en op, in galop:
Dat boomen verschijnen
en ook weer verdwijnen
verdwijnen als rook
verdwijnen als rook

Ons rijwiel is ons alles waard,
Het is ons troost in 'tl even;
Wij zouden 't voor geen koningspaard
In ruiling willen geven:
Het voert ons vrij de wereld in
En schenkt gezondheid, levensmin;
Wat moet men meer verlangen?
Wie met die schatten is te vree,
Hij doet met ons een tochtje mee
En schaar zich bij ons rangen.

Wij rollen en bollen
De baan op en neer.
neer en op, in galop:
Dat boomen verschijnen
en ook weer verdwijnen
verdwijnen als rook
verdwijnen als rook