Het kerelskind

Van waar koms du getreden
zoo laat doorreên en wind,
Van waar koms du getreden,
alleen, du blonde kind?
Du smidje van den woude
ik kome van het veld,
waar vader heeft gestreden
waar vader ligt geveld.
Lo! viel hij, 't was met eere,
dijn vader welbemind.
Wat bergt dijn blauwe schabbe,
du arrem heldenkind?
Du smidje, 't zijn de scherven
van vaders goede zweerd;
du zals het mi hersmeden,
het is 't hersmeden weerd.
'k Hersmede het di sterker
dan 't vaders hand ooit zwong.
Maar waartoe wil't di dienen
du best zoo bitter jong.
Du smidje van den woude,
bij Lo! du ne best niet vroed:
mijn vader wil ik wreken
met stroomen walenbloed.


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.