Roode rozen

Gij waart zoo vreemd, gij waart zoo schoon,
Mijn voorhoofd tooide ik, met een kroon
Van roode rozen.
Gij waart zoo vreemd, zoo schoon,
Mijn voorhoofd tooide ik, met een kroon,
Van roode rozen!

Nu gij mijn liefde hebt versmaad,
Op 't voorhoofd mij een krone staat,
Van roode rozen.
Nu gij mijn liefde hebt versmaad,
Op 't voorhoofd mij een krone staat,
Van roode rozen.
Maar zijpelt langs mijn slapen bloed,
Mijn dorenkroon mij droomen doet
Van roode rozen.
Maar zijpelt langs mijn slapen bloed,
Mijn dorenkroon mij droomen doet
Van Roode rozen.
Maar zijpelt langs mijn slapen bloed,
Mijn dorenkroon mij droomen doet
Van roode rozen,
Van roode rozen,
Van roode rozen!

Gij waart zoo vreemd, zoo schoon,
Mijn voorhoofd tooide ik met een kroon
Van roode rozen.


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.