Vlaamse liederendatabank

Moeder en kind

Wanneer ik weelde dronken
Mijn rozig kind beschouw,
En die 't mij heeft geschonken,
Mijn aangebeden vrouw,
Zoo vraagt niet wie van beiden,
Mijn hart het meest bemind.
Mijn hart en kan niet scheiden
De moeder van het kind
Mijn hart en kan niet scheiden
De moeder van het kind.

Ik doe mijn armen open,
En sluit zeer in bijeen.
En vreugde tranen loopen,
Mij langs de wangen heen,
Ach wist gij spreek ik stille,
Hoe zeer gij wordt bemind.
Gij kind om moeders wille
Gij moeder om uw kind
Gij kind om moeders wille.
Gij moeder om uw kind.