Vlaamse liederendatabank

Naar Lourdes

Wij zijn de jonge boerenkerels
Uit Vlaanderland;
Waar menschen knielen nog en bidden
Ten allen kant,
Waar 't kind uw naam nog eert Maria,
Uw feest nog viert;
Met vrome hand en minnend harte,
Uw beeld versiert.

Wij komen U begroeten, Vrouw,
Met blij gezang en bee;
En vragen uwen moederzegen
Voor onzen B.J.B.

De blijheid straalt als Zommerzonne
Op elk gezicht,
En vol ontroering blijven d'oogen
Naar U gericht;
Hier voor de grot waar 't arme meisje
Uw schoonheid zag,
En 't wonder licht waarin uw glorie
Te trillen lag.

Wij komen U begroeten, Vrouw,
Met blij gezang en bee;
En vragen uwen moederzegen
Voor onzen B.J.B.

Wij zijn de zonen van de boeren,
Die hielden trouw
Aan God gehecht en aan de Kerke,
Hun Vlaamschee gouw,
Wij willen d'edelknapen worden
Van uwen Zoon
Geschaard als trouwe jonge wachters
Rond Zijnen troon.

Wij komen U begroeten, Vrouw,
Met blij gezang en bee;
En vragen uwen moederzegen
Voor onzen B.J.B.

Wij hebben, Moeder, onze vlaggen
U toegewijd.
Ze zijn de standaards die wij dragen
In heilgen strijd;
En blijft het kruis den ploeg om stralen
Met zonneschijn
Dan zal voor immer 't lieve Vlaandren
Uw landje zijn.

Wij komen U begroeten, Vrouw,
Met blij gezang en bee;
En vragen uwen moederzegen
Voor onzen B.J.B.