Vlaamse liederendatabank

Woord en daad

Wat schoons uit 't vlaamsche woord ook straal'
Dat 't harte roert, bezoelt het leven,
De manendaad nog meer toch geldt,
Die stevig schoort het vlaamsche streven.
Dus, zonen van een kloek geslacht,
Zij immer toch de leus bedahct:

Vrij en krachtig,
Breed eendrachtig,
Pleegt kordaat,
Keerlendaad!

Drukke ook het heerlijk eigen woord
Op 't vlaamsche volk zijn echten stempel,
De daad toch bouwt, van 't ideaal,
Beslist een gouden vlaamschen tempel.
Als Vlaandrens heil gij sterk betracht,
Zoo griffelt diep in uw gedacht:

Vrij en krachtig,
Breed eendrachtig,
Pleegt kordaat,
Keerlandaad!

Zij de eeredienst der rake Daad
Met dien van 't vlaamsche Woord beleden,
Wen de eerste steeds den andren schraaft,
Wordt werkelijke strijd gestreden.
Carolus roert dan ook met klem
Zijn donderende bronzen stem:

Vrij en krachtig
Breed eendrachtig,
Pleegt kordaat,
Keerlendaad!