De Vlaming heeft geen taal

Zij spraekn in hun overmoed:
Dat volk is slechts tot arbeid goed,
Zijn grote geesten houdt het wakker
Al zwoegend op zijn groenen akker
Of bakrend in den zonnestraal.
Waartoe zou zielsgevoel 't verrukken?
Het mist de macht om 't uit te drukken:
De Vlaming, de Vlaming heeft geen taal!!
En zulk een ongehoord verwijt
Doordrong des Vlamings hart met spijt.
Hij telde eeuwen, die vervlogen
Sinds reeds zijn spraak en zangvermogen
Om rein en klaarheid werd gevierd,
Terwijl als nog de kronkelboorden
Der Seine woeste klanken hoorden,
Waar eene taal uit wierd.
En, de armen vouwens, sprak hij luid
Een aantal grootsche namen uit
Van Vlaandrens dicht en taalgeleerden,
Wie eeuwen her de volkren eerden
Als vorsten in het kunstgebied;
En met de fierheid op de koonen,
zoo dacht hij: Zijn wij dan de zonen
Van onze vadren niet?
Dit zeggend, greep hij naar de stift.
En teekende in gezang en schrift.
Die reine en onvervalschte klanken,
Die hij zijn moeder had te danken.
Hij toonde zijn gewrocht den Waal,
En vroeg hem, nadat Zuid en Noorde
Die tonen met verrukking hoorden.
Spreek, spreek, Hebben wij een taal?


Contact
Algemeen Nederlands Zangverbond
Collegelaan 106
2100 Antwerpen
  • 03 237 93 92
  • info@anz.be
Een samenwerking tussen

Algemeen Nederlands Zangverbond, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Bibliotheek Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap.