De grijze zanger
O Vlaanderland, zo rijk en schoon, mijn hart vergeet u niet!
Voor u weerklonk mijn kindertoon, voor u mijn mannenlied!
Mijn gulden tijd is heengevlogen bij 's levens leed en lust.
Nu bid ik, nu bid ik, nu bid ik, moede neergebogen:
o Vlaand'ren, o Vlaand'ren, o Vlaand'ren, wees gerust!
O Vlaanderland, zo schoon en rijk, uw kroost bewaakt uw trouw.
Geen boze trapt u in het slijk, geen vreemde brengt u rouw!
Mijn gulden tijd is heengevlogen bij 's levens leed en lust.
Toch bid ik, toch bid ik, toch bid ik, moede neergebogen:
o Vlaand'ren, o Vlaand'ren, o Vlaand'ren, wees gerust!
de sneeuw der jaren dekt mijn kop; gij Vlaand'ren, schittert voort.
En valt er één, de jeugd buist op voor eigen grond en woord.
Mijn gulden tijd is heengevlogen bij 's levens leed en lust.
Toch bid ik, toch bid ik, toch bid ik, moede neergebogen:
o Vlaand'ren, o Vlaand'ren, o Vlaand'ren, wees gerust!
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates