De mei is gekomen
Oorspronkelijke tekst: Emanuel Geibel (1815-1884)
De mei is gekomen, nu tooit zich bos en gaard.
Nu blijven wie lust heeft, maar suffen aan de haard.
Als de wolken die varen, door ijle blauwe lucht.
Zo is 't dat nu mijn harte naar wijde verten zucht!
Fris op dan, fris op dan, in helle zonneschijn.
Langs velden, langs bossen, naar 't lentefestijn.
Hoor murm'len de beekjes, hoor ruisen het riet.
Mijn hart is als een leeuw'rik die stijgt al met zijn lied!
O wand'len, o wand'len, o jeugdige lust.
Hoe fris nu het windje de jonge hoofden kust.
Ga nu zingen en jub'len, in reine onbezonnen vreugd.
Wees vrolijk en juich nu, gij schone, schone jeugd!
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates