Vlaamse liederendatabank

De slag om het Gravensteen

Te Gent, de oude stede, daar lag het Gravensteen. Daar lag het Gravensteen.
Sinds eeuwen als vergeten, verlaten en alleen. Verlaten en alleen.
Tot plots studentenkeerlen, belust op leut' en lach. Belust op leut' en lach.
Met list de burcht verov'ren, zo zonder stoot of slag. Zo zonder stoot of slag.

Spuiters van Vlaand'ren, Gent brult van pret:
't Gravenkasteel door studenten bezet!
Ze zitten er binnen, wie krijgt z'er uit!
Ze vrezen noch knippel, noch water, noch spuit.
Belegeraars, zo ge ten aanval wilt gaan:
Pas op, pas op, pas op, pas op!
Uilenspiegel, Uilenspiegel voert hen aan.

't Pandoerenheir zeeg haftig, rolt ladders bij de muur. Rolt ladders bij de muur.
En neemt met waterlansen, de ruïne onder vuur. De ruïne onder vuur.
Maar appels als granaten, ontploffen op de grond. Ontploffen op de grond.
En 't slijm'rig schroot zaait pletsend, verwarring in het rond. Verwarring in het rond.

Spuiters van Vlaand'ren, Gent brult van pret:
't Gravenkasteel door studenten bezet!
Ze zitten er binnen, wie krijgt z'er uit!
Ze vrezen noch knippel, noch water, noch spuit.
Belegeraars, zo ge ten aanval wilt gaan:
Pas op, pas op, pas op, pas op!
Uilenspiegel, Uilenspiegel voert hen aan.

't Studentengild verbeten, bedekt met stof en as. Bedekt met stof en as.
Verschoot zijn laatste appel, zijn laatste zode gras. Zijn laatste zode gras.
Toen was hun strijd gestreden, maar door de eeuwen heen. Maar door de eeuwen heen.
Zal Vlaand'rens lach herdenken, de slag om 't Gravensteen! De slag om't Gravensteen!

Spuiters van Vlaand'ren, Gent brult van pret:
't Gravenkasteel door studenten bezet!
Ze zitten er binnen, wie krijgt z'er uit!
Ze vrezen noch knippel, noch water, noch spuit.
Belegeraars, zo ge ten aanval wilt gaan:
Pas op, pas op, pas op, pas op!
Uilenspiegel, Uilenspiegel voert hen aan.